Gewaarborgde hulp voor pgb wordt afgeschaft

Aanwijzen gewaarborgde hulp vanaf 1 juli 2024 niet meer mogelijk

De Gewaarborgde hulp voor mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) uit de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt afgeschaft. Dat heeft het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) onlangs besloten. Dit om beter aan te sluiten op de regels over vertegenwoordiging uit het Burgerlijk Wetboek.

Voor nieuwe aanvragers van een pgb is het vanaf 1 juli 2024 niet meer mogelijk om een gewaarborgde hulp aan te wijzen. Voor bestaande budgethouders stopt uiterlijk 1 juli 2028 de gewaarborgde hulp. Deze maatregel heeft geen invloed voor de hoogte van het budget.

Budgethouder en wettelijke vertegenwoordiger

Met een pgb kunnen mensen hun eigen zorg inkopen. Daar komt veel bij kijken. Iemand met een pgb (een budgethouder) mag het pgb zelf beheren als hij/zij daartoe in staat is. De budgethouder moet dan handelingsbevoegd en pgb-vaardig zijn. Handelingsbevoegd betekent dat je zelfstandig financiële handelingen mag uitvoeren. In principe is iemand van 18 jaar of ouder volgens de wet handelingsbevoegd. Soms is iemand daar niet toe in staat. De rechter heeft dan een wettelijk vertegenwoordiger aangewezen. Dan mag hij/zij het pgb niet zelf beheren. Als iemand wel zelf financiële handelingen mag uitvoeren, dan wordt hij/zij nog getoetst op de pgb-vaardigheid. Dat betekent dat bijvoorbeeld wordt gekeken of iemand weet welke zorg hij/zij nodig heeft en hoe goede afspraken met een zorgverlener te maken. Voor een groot deel van de budgethouders is het zelf beheren van het pgb niet eenvoudig. Voor hen is een wettelijk vertegenwoordiger of ge(vol)machtigde nodig. Er zijn drie soorten wettelijke vertegenwoordiging: mentor, bewindvoerder of curator. Bij minderjarigen zijn de ouders of een voogd de wettelijk vertegenwoordiger.

Hoe werkt het vanaf 1 juli 2024?

Er wordt onderscheid gemaakt tussen een handelingsbevoegde budgethouder en een budgethouder die handelingsonbevoegd is.

  • Een handelingsbevoegde budgethouder die zelf zijn eigen pgb wil beheren, wordt getoetst op pgb-vaardigheid. Dit wordt gedaan door het zorgkantoor. Hiervoor is landelijk een korte toets ontwikkeld. Als een budgethouder pgb-vaardig is, dan kan de budgethouder het pgb zelf beheren. Maar het hoeft niet. De budgethouder kan ook iemand anders machtigen. Is iemand niet pgb-vaardig, dan kan de budgethouder iemand machtigen die het pgb namens hem/haar beheert. Dit kan met het landelijke formulier dat begin 2024 door het zorgkantoor wordt verstrekt.
  • Is de budgethouder handelingsonbevoegd, dan beheert een door de rechter aangewezen wettelijk vertegenwoordiger of iemand die met een notarieel volmacht is aangewezen het pgb. Met de wettelijk vertegenwoordiger of notarieel gevolmachtigde vindt ook het bewuste keuze gesprek plaats en diegene wordt getoetst op pgb-vaardigheid.

Wat gebeurt er nu?

Voor budgethouders die geen gewaarborgde hulp hebben, verandert er niks. Wat dit betekent voor budgethouders met een gewaarborgde hulp, is afhankelijk van hun situatie. Op onze pagina met veelgestelde vragen leggen we een aantal situaties uit.

Meer informatie

Over de afschaffing van de gewaarborgde hulp is meer informatie te vinden: