Onlangs ging Nico Moorman, zorgexpert langdurige zorg, met pensioen. Nico was de laatste jaren binnen Menzis gefocust op cliëntondersteuning in de langdurige zorg. Het project Bondgenoot voor naasten was zijn laatste en misschien wel mooiste project. “Gezinnen met een intensieve zorgvraag passen niet in een hokje.”
Nico, kun je uitleggen wat project Bondgenoot voor naasten precies inhoudt?
“Het is een project voor naastenondersteuning van mensen met een ernstige beperking en maakt onderdeel uit van het programma Volwaardig leven van het Ministerie van VWS. De pilot loopt nu drie jaar en we hebben mooie resultaten geboekt. Het is de bedoeling dat onze Bondgenoten gezinnen blijven ondersteunen met als uiteindelijke doel: een landelijke regeling en een wetswijziging om cliëntondersteuning over domeinen heen goed te beleggen.”
Tegen welke problemen lopen mensen met levenslange zorg aan?
“Wanneer een gezin de zorg heeft voor een kind met een beperking, dan heeft dat een enorme impact. De zorg is in veel verschillende wetten georganiseerd in Nederland, dus je hebt talloze loketten en domeinen. Gemeentes, zorgverzekeraars en dan is er nog zoiets als een Zorgkantoor, waarvan velen geen benul hebben. Als de zorgvraag langdurig en complex is, word je gewezen op het Centrum Indicatiestelling Zorg, daar haal je een indicatie. Als dat lukt, dan kom je bij het Zorgkantoor terecht. En héb je eenmaal een indicatie en weet je wie jou zorg kan leveren, dan is de zorg vaak niet direct voorhanden vanwege personeelstekorten, gebrek aan kennis of zelfs angst voor complexe problematiek. Dit soort regelwerk en gedoe, daar worden mensen soms letterlijk ziek van.”
Wat maakte het project Bondgenoot voor naasten innovatief?
“Gezinnen met een kind met allerlei zware beperkingen moeten alles zelf uitzoeken. Zij verdrinken in regelwerk en zijn overbelast. Wij horen over schrijnende situaties van gezinnen waar misschien wel twintig hulpverleners over de vloer komen vanuit allerlei domeinen. Bondgenoten in ons project krijgen de ruimte zaken te regelen over al deze wetten en domeinen heen. Vanuit de kernproblemen voor het gezin leggen zij de contacten met het eigen netwerk, de behandelend arts, verzekeraar en de gemeente.”
Wat is het belangrijkste resultaat van de Bondgenoot voor de naasten?
“Het resultaat van de ondersteuning door Bondgenoten is dat mensen tot rust kwamen, vertrouwen kregen in de toekomst, weer als gezin konden functioneren en waar nodig passende zorg kregen. ‘Je kunt me altijd bellen, dag en nacht’, dat is voor een mantelzorger heel geruststellend om te horen.”
Wat zijn de concrete resultaten?
“Wij organiseren zorg in hokjes, maar daar passen mensen met een intensieve zorgvraag niet in. VWS was heel positief over de vijf pilots in het programma Volwaardig Leven. Van elke pilot is een rapportage en maatschappelijke businesscase gemaakt. Die worden vanuit de pilots ‘warm overgedragen’ aan de Alliantie, die de landelijke regeling gaat uitvoeren. De betrokken regionale organisaties worden straks eveneens ingeschakeld en ikzelf blijf betrokken als adviseur. En het is de bedoeling dat de mensen die hulp kregen van een bondgenoot, diezelfde Bondgenoot houden.”
Wat betekent dit voor de ondersteuning van mensen met levenslange zorgvragen voor het Menzis Zorgkantoor?
“Binnen Menzis is een traject gestart om onze cliëntondersteuning verder te verbeteren. Landelijk hebben we gezegd: het Zorgkantoor is een natuurlijke eerste aanspreekpunt voor mensen met een complexe, langdurige zorgvraag. Maar de gemiddelde Nederlander kent het Zorgkantoor niet. Dus wij moeten aan onze bekendheid werken. En onze eigen deskundigheid en luisterbereidheid vergroten, zodat je ondersteuning kan bieden die aansluit bij de behoefte. Indirect is dit een opdracht aan het management: geef zorgadviseurs de tijd, de ruimte en de kennis om hun rol te kunnen vervullen. In de toekomst zal ondersteuning domeinoverstijgend zijn of moeten zijn.”
Wat is voor jou de belangrijkste ontdekking van dit project?
“Te lang hebben we ons alleen maar gericht op budgetafspraken, productiecijfers en de wettelijke kaders. Goed en slim samenwerken leidt tot betere oplossingen die misschien ook nog eens goedkoper kunnen zijn. Ik heb me tijdens mijn 43 jaar in de gehandicaptenzorg altijd verplaatst in de situatie van mensen die levenslang afhankelijk zijn van zorg. Collega’s heb ik op het hart gedrukt dit ook te doen en om hun gezonde verstand te gebruiken bij het nemen van beslissingen. Dit opent soms de ogen van mensen.”
Tot slot Nico, hoe kijk jij terug op jouw werk bij Menzis en de betekenis die je hebt voor mensen met levenslange zorgvragen?
“Ook al is het een zoektocht en gaan veranderingen niet snel genoeg, ik vroeg mezelf ieder jaar af of het nog zin had om op deze stoel te blijven zitten. Maar ieder jaar zag ik kleine stapjes vooruit. Dus ja, ik moest hier vooral mee doorgaan. Kijk, voor mensen die hulp nodig hebben, voor hen moeten we er gewoon zijn. Oud-minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge zei in een bijeenkomst van het programma Volwaardig Leven: ‘Er is nog nooit iemand gestraft door de goede dingen te doen voor een cliënt’. Wij moeten luisteren naar de mensen; wat kan concreet helpen om ze uit hun vaak schrijnende situatie te helpen. Een bondgenoot is als medestander in die situaties echt van betekenis.”