Mobiliteits- persoonsgebonden hulpmiddelen in een Wlz- voorziening
De verstrekking van persoonsgebonden hulpmiddelen binnen Wlz-instellingen wordt geregeld door de zorgkantoren. Het zijn bovenbudgettaire verstrekkingen die op basis van Wlz, artikel 3.1.1 kunnen worden verstrekt.
Onder de persoonsgebonden hulpmiddelen vallen:
- rolstoelen
- prothesen
- orthesen
- therapeutisch elastische kousen
- orthopaedische schoenen
- persoonsgebonden kleding
- maatwerk tilbanden
- ligorthesen
Het zorgkantoor verzorgt het totale aanvraag- machtiging- en declaratietraject voor deze hulpmiddelen. Alvorens kan worden overgegaan tot levering wordt bij aanvragen beoordeeld of aan de regelgeving wordt voldaan:
- Verzekerde dient geïndiceerd te zijn voor de Wlz-functies verblijf en behandeling en te verblijven op een voor verblijf met behandeling geoormerkte plaats
- Het hulpmiddel dient persoonsgebonden te zijn
- Er dient een duidelijke relatie te zijn tussen de inzet van het hulpmiddel en de opname-indicatie van de gebruiker
De indicatiestelling voor persoonsgebonden hulpmiddelen is geobjectiveerd en geprotocolleerd waardoor voor verzekerden altijd de meest optimale voorziening wordt aangevraagd en er een snelle inzet van het hulpmiddel wordt gerealiseerd.
Mobiliteitshulpmiddel en
persoonsgebonden hulpmiddelen
U als gecontracteerde zorgaanbieder kunt het protocol rolstoelverstrekking en protocol bovenbudgettaire Hulpmiddelen downloaden. In de protocollen vindt u informatie met betrekking tot wet- en regelgeving, leveranciers, het standaardpakket en andere relevante informatie over de Rolstoelverstrekking en Hulpmiddelen die vanuit de Wlz verstrekt worden.