Blog: Extra handen voor de zorg: Ervaringen van Emmy Wietsma

Tijdens de vorige en huidige lockdown zijn veel mensen opgestaan om te helpen in de zorg. Ook Emmy Wietsma (zorgexpert bij het Menzis Zorgkantoor). Met een geldige BIG-registratie op zak was dit voor haar een vanzelfsprekendheid. Tijdens de 2e golf is zij opgeroepen en heeft zij veel indrukken opgedaan tijdens deze intensieve periode in de zorg. Lees hier haar recente ervaringen.

26 januari 2021

“De eerste coronagolf ging voorbij, maar COVID-19 bleef onderdeel van mijn dagelijks werk. Bijvoorbeeld in overleggen over beleidsregels: worden mondkapjes wel of niet uit het kwaliteitsbudget van de verpleeghuiszorg vergoed? Hoe gaan we al het extra zorgpersoneel verantwoorden?

In de tweede golf werd ook mijn eigen noordelijke regio zwaar getroffen door het virus. Op dat moment kreeg ik de vraag of ik nog beschikbaar was voor extra handen in de zorg. Ik zei ‘ja’ …

‘Ikigai’ in de praktijk

Na een aantal online cursussen om mijn kennis weer op te frissen, stond ik een paar weken later ’s ochtends voor het verpleeghuis . Er was mij verteld dat mijn hulp hier hard nodig was. Op een afdeling waren 2 besmettingen en daardoor zaten alle 22 bewoners in quarantaine. Al 10 dagen waren de bingo, het gezamenlijk eten en de koffieochtend afgelast. Consequenties waar iedere burger mee te maken heeft in deze crisis, maar deze bewoners hadden hierdoor geen doel meer in het leven. Ineens werd het Japanse begrip ‘Ikigai’ voor mij wel erg levendig: ‘Wat is het doel waar je elke dag voor opstaat?’. Dit kan groots zijn, maar ook zo klein als de koffieochtend op de afdeling.

Ik mag tijdens deze tweede golf op diverse zorglocaties komen helpen en trof daar verschillende ouderen die allemaal anders in het leven staan. In het verzorgingshuis maakte ik een mevrouw blij met een simpel potje Rummikub. Op de revalidatieafdeling in het ziekenhuis ontmoette ik 2 dames. De een zelfstandig en vol goede zin om weer naar huis te gaan; de ander moedeloos en zich afvragend waarom haar gebroken lichaam telkens weer gerepareerd moest worden. En hoe blij de bewoners ook waren met mijn hulp, ik was wel het nieuwe gezicht op de afdeling. Bewoners moesten mij vertellen waar de schoenen stonden en hoe ze graag hun boterham gesmeerd wilden hebben.

Grijs bestaat ook

Terugrijdend naar huis dacht ik aan ‘onze’ rol. Mijn dagen terug in de zorg hebben mij weer een spiegel voorgehouden: ‘Zijn we met de goede dingen bezig?’.

Afgelopen jaren zijn we in de gesprekken over de het kwaliteitskader verpleeghuiszorg continu op zoek geweest naar beoordelingscriteria om te meten; of een verpleeghuis voldoet aan het kwaliteitskader en levert dus goede zorg, óf het voldoet niet en levert zorg van onvoldoende kwaliteit.

Maar zo zwart-wit is het niet. De lach op het gezicht van de mevrouw met wie ik een spelletje speelde, heeft mij ook zelf laten ervaren dat kwaliteit heel subjectief is. Kwaliteit zit in de kleine dingen die niet op de werklijst staan: een persoon die de cliënt écht kent. Daar heeft de cliënt behoefte aan. En had ik de 2 dames op de revalidatieafdeling op eenzelfde manier kunnen helpen? We proberen mensen te stimuleren weer zelfredzaam te worden op basis van evidence. Oftewel: objectief vastgestelde gegevens die aantonen wat een goed revalidatieprogramma is. Hoe passen we ons beleid aan op de individu zonder die evidence te vergeten? Op basis van ervaringen óf van objectieve parameters?

Objectief mét subjectief

Met frisse zin begon ik weer aan een nieuwe werkweek bij het Menzis Zorgkantoor, met in gedachte waar we het voor doen: ook de oudere het Ikigai-gevoel laten ervaren. Ik voelde mij na deze 2 dagen in de zorg nogmaals gesterkt in onze visie op de kwaliteit van zorg. Het is een samenspel tussen objectieve en subjectieve parameters die aansluiten bij de doelen die we in het leven hebben. Iets wat perfect past bij de visie van positieve gezondheid.” Ik heb de kans gekregen om weer te ervaren wat deze visie in de praktijk echt betekent. Een ontzettend waardevolle les en ervaring die ik weer meeneem naar Menzis en het Zorgkantoor.”